|
Het Duitse WO I Munitiepark te Kwatrecht (1915-1918).
Ook hier raken we allicht een thema aan waar in feite niet zo heel veel is over terug te vinden. Als men er dan al eens iets van terugvindt, zijn het meestal stukken en brokken, maar zelden sluitende verhalen.
Het terrein waar het munitiepark zich ooit bevond is nog duidelijk, onaangeroerd te zien op een gedeelte van deze stafkaart, daterend van 1912. Het munitiepark zou aangelegd worden in de zone tussen Brusselsesteenweg (hoofdweg links - eigenlijk was de grens meer specifiek het parallelle wegeltje Biezenweg en Molenweg), de toenmalige Wetterstraat (huidige Zuidlaan te Wetteren maar dan wel volgens het oude tracé) en de spoorlijn van Brussel - Gent.
Voor het munitiepark werd aangelegd, was dit een van de vruchtbaardere landbouwgebieden van Kwatrecht, ekenmerkt door in hoofdzaak akkerbouw. |
|
Al vrij kort volgend op de Duitse bezetting van Kwatrecht, wordt in 1915 aanvang genomen met het ontwerp van dit munitiepark. Allicht zat het van afstand tot het vastlopende front in de Westhoek ideaal hebben gelegen, iets te ver voor toenmalige vliegtuigen om vlot te kunnen bereiken voor bombardementen en anderzijds vlak naast de spoorlijn richting Gent en dus ook richting front. |
|
Bovenstaand plan (doelbewust op zijn kop afgebeeld) toont het door de Duitse bezetter opgeëiste gebied (plan collectie gemeente Wetteren). Zoals tijdens WO I bij Duitse opeisingen steeds het geval, wordt de plaatselijke bevolking gewoon ontzet en verplicht zijn eigendom af te staan. Zij ontvingen dus in eerste instantie totaal geen enkele tegemoetkoming voor hun ontnomen eigendommen.
De personen die hier direct last van ondervonden, waren in hoofdzaak grootgrondbezitters te Kwatrecht maar er waren toch ook nog een 14 tal kleinere families betrokken die hierbij onvergoed eigendom moesten afstaan.
Pas in de periode tussen 1921 en 1923 zouden allen door de Belgische overheid officieel worden onteigend voor de schade hen door de Duitsers jaren voordien aangedaan.
Zo werd ook één van de weinige aanwezige hoeves in de Koedreef volledig opgeëist. Het is in eerste instantie onduidelijk of de eigenaars hier werden verplicht te vertrekken of niet. Officieel heeft de familie in elk geval vanaf 15 maart 1917 de hoeve volledig verlaten en verhuisde (tijdelijk) in de richting van een tweede hoeve op Massemen die ook eigendom van hen was. Of zijn voorheen op de Koedreef bleven wonen samen met het bestaan van het munitiepark, is nog onduidelijk. Al vrij snel zou bij de hoeve een Duitse bunker gebouwd worden en op een weide vlak naast de landbouwerswoning werd een schuilkelder gemaakt. We kunnen dan ook vrij zeker aannemen dat deze hoeve het hoofdkwartier zal gevormd hebben van het toenmalige Duitse munitiepark.
De totale grootte van het domein zou 11 hectaren 30 are 90ca bedragen. Het domein was volledig omheind om niet gewenste bezoekers te weren.
|
|
Een van de weinige foto's die men kan terugvinden van het munitiepark in werking voor de Duitse bezetter. (Foto: Collectie Georges van Oostende).
In een eerste fase zou het munitiepark zich beperken tot de eerder gemelde grenzen. De mensen die er werkten waren in de beginfase opgeëiste burgers. Dit zou later evolueren naar vrijwilligers.
Vanaf 1916 zouden de grenzen uitbreiden tot over de huidige Zuidlaan en zo verderlopen in de richting van het Geuzenkasteel te Massemen.
|
|
(Luchtfoto anno 19-8-1918: Replica)
De foto hierboven is allicht één van de weinige terugvindbare luchtfoto's van deze site toen het terrein nog in gebruik was als Duits WO I munitiepark. In eerste instantie lijkt het een zeer geordend gebied. Zo zie je een gans netwerk van smalsporen die het mogelijk maakten munitie op het terrein te verplaatsen en meteen het ganse terrein te verbinden met de hoofdspoorlijn Brussel - Gent.
Op een vrij georganiseerd patroon (zichtbaar op luchtfoto) werden houten barakken van 20 bij 6 meter gebouwd. Inwendig bevonden zich zo goed als zeker ingekuilde opslagplaatsen. De munitie bevond zich dan ook origineel reeds deels onder het maaiveld van het terrein. Dit was een praktijk die ook later op bv Domein De Ghellinck te Zwijnaarde (wat dan Duitse munitie-opslag WO II betreft) werd toegepast. Men ging de munitie deels ondergronds steken voor het geval deze toch mocht de lucht ingaan. De impact is in dat geval altijd kleiner dan als alles gewoon op niveau van het maaiveld zou steken. De kracht van een explosie wordt in dat geval ook veel meer naar omhoog geconcentreerd in plaats van horizontaal in het rond.
Op bovenstaande foto zie je trouwens ook heel duidelijk dat na de trage rechtse bocht in de toenmalige Wetterstraat (huidige Zuidlaan), het munitiepark gewoon verderliep aan de overzijde, richting Massemen. Er bevindt zich trouwens nog altijd in die velden tussen Zuidlaan en het Geuzenkasteel een vijvertje en een bosje. Het vijvertje durf ik mij niet over uitspreken, maar van het bosje kreeg ik al eerder de melding dat de reden van zijn bestaan ook te maken zou hebben met de aanwezigheid van oude munitie in de ondergrond.
Op het einde van de Duitse bezetting zou het munitiepark als een grote wanorde achterblijven.
Het munitiepark meteen na het vertrek van de Duitsers.
Al zeer snel na het vertrek van de Duitsers, werden door plaatselijke bevolking de aanwezige houten barakken gesloopt (hout kon altijd gebruikt worden, al was het maar voor de kachel). Duitse krijgsgevangenen worden verplicht tewerkgesteld om de nog massaal aanwezige munitie te groeperen binnen het originele terrein van het munitiepark van 1915. De ravage over de terreinen is enorm (wetende dat dit zeer vruchtbare akkers waren).
|
|
|
|
Deze foto's tonen de ravage die moet achtergebleven zijn op het einde van het munitiepark. Op de bovenste foto zie je nog 2 Duitse soldaten (allicht Duitse krijgsgevangenen want ze lijken mij totaal ontwapend). Op de 3 foto's zie je voor de rest een gigantische zooi van rommel en vooral zeer veel munitie en verpakking hiervan. Alle barakken blijken reeds gesloopt te zijn. (Foto's: www.erfgoedbanklandvanrode.be)
Toch zou de ellende voor deze site hiermee nog niet gedaan zijn. Al vrij snel zouden Belgische treinen beginnen met overtollige munitie uit de frontzone (Westhoek) naar deze site afzakken met massa's ongebruikte munitie. In totaal spreken de lokale bewoners over getallen tot 90 marchandisetreinen die werden gelost op het oude Duitse munitiedepot om hier in eerste instantie een voorlopige bergplaats te vinden.
Alle bommen en granaten worden letterlijk zonder enige bescherming op grote hopen gestapeld in open lucht.
Dat deze werkwijze niet de veiligste was mag ook al vrij snel blijken uit het feit dat buurtbewoners ook al snel op het gigantische terrein komen "koperen" obussen verzamelen. Hierbij worden levensgevaarlijke praktijken toegepast om deze van hun koppen en bijhorende explosieve ladingen te ontdoen. Probleem is dat zelfs de aanwezige wachters van het terrein mee begonnen te doen met het illegale ontmantelen van deze munitie om er zelf ook een centje aan te verdienen. Er waren letterlijk plekken op het terrein waar het hoog brandbare en explosieve buskruit los over de grond werd gekieperd om de hulzen te kunnen recuperen.
Het duurt dan ook niet lang tot de eerste ongelukken gebeurden. Bij een eerste ongeluk bij het afladen van bommen uit een trein, werden 2 soldaten gedood en 2 andere zwaar gewond. Ook verschillende paarden vonden bij dit ongeluk de dood.
Op maandag 20 januari 1919 zou een eerste zware ramp plaatsvinden. Er gebeuren verschillende ontploffingen en het terrein komt letterlijk in brand te staan. De oorzaak is opnieuw het illegaal ontmantelen van obussen. In de ganse buurt worden heel wat huizen, vooral daken en ramen, zwaar beschadigd. De brokstukken van de ontploffingen vallen letterlijk tot in de nabijgelegen Schelde. Niet ontplofte obussen vliegen letterlijk in het rond en raken omliggende gebouwen, zoals ook de kerk. Er vallen bij deze ramp in totaal 3 burgerdoden te betreuren.
|
|
Zware schade door de eerder gemelde explosie. Deze woning stond bij mijn weten in de buurt van de huidige kerk van Kwatrecht. (Foto: Replica).
Door de ontstane gevaarlijke situatie, wordt er van de toenmalige burgemeester Leirens uit naar de overheid op aangedrongen het munitiepark in Kwatrecht op te doeken wegens de uiterst gevaarlijke situaties die ontstaan. Het dorp van Kwatrecht lijkt opnieuw eenzelfde uitzicht te hebben gekregen als in september 1914 na de eerste Duitse gevechten hier met Belgische troepen. Vele inwoners zijn dan ook bij deze nieuwe levensgevaarlijke situatie de wanhoop nabij. Velen waren nog maar amper herstellende van de voorbije bezettingsperiode;
Alsof de situatie nog niet erg genoeg was, staat het munitiepark op vrijdag 28 februari 1919 opnieuw in brand. Er volgen opnieuw grote explosies. Alle ondertussen opnieuw uitgevoerde herstellingen blijken opnieuw teniet gedaan. De kerk en de pastoriewoning worden zodanig beschadigd dat ze onbewoonbaar worden verklaard. Gelukkig komt maar één burger om het leven. Er volgt een nieuwe oproep van de burgemeester van Wetteren voor dringende hulp en een oplossing voor het munitiepark.
Op vrijdag 23 mei 1919 is het een derde maal prijs. Ditmaal gaan explosieven de lucht in door het aanslepende warme weer. Als gevolg van deze nieuwe ramp (met gelukkig beperkte schade) wordt beslist de aan het oppervlak aanwezige munitie in sleuven te begraven op het terrein.
Om verdere rampen te vermijden, worden op het oorspronkelijke terrein putten gegraven waarin hoofdzakelijk de gasmunitie wordt gestapeld en met grond bedekt. Rond de putten wordt een omheining geplaatst van 2 meter hoog. Daarachter bevond zich een aanplanting zodat de originele putten nog nauwelijks bereikbaar waren. De aangebrachte struiken bestonden uit doornstruiken.
De periode nadien zou het park stilletjes aan verwilderen en ontstond een wild bos.
Het aantal explosies zou door deze werken verminderen maar ze blijven toch ontstaan. Zo zijn er nog geweest in 1920, 1921 en 1922. Vaak ontploffen enkele granaten en worden andere totaal niet afgaande granaten mee in de ronde geslingerd. Deze komen op die manier terecht in terreinen die voorheen totaal niet tot het munitiepark behoorden. Er worden zelfs dergelijke projectielen gevonden aan de overkant van de Schelde. Telkens dient de ontmijningsdienst dergelijke projectielen te gaan verzamelen.
In de periode hierop volgende (1922 - 1950) zal de situatie van het park nog nauwelijks wijzigen. Een firma uit Gent is belast met om de 4 jaar het overtollige hout in het ontstane wilde bos te ruimen. Hierbij wordt soms aan lokale boeren te toelating gegeven een gedeelte van dit werk op zich te nemen. Dit ruimen van hout mag enkel met mankracht gebeuren (niets met mechanische machines). Ook mag niets tegen de grond worden afgezaagd. In deze periode wordt ook een jachtopzichter aangesteld om ongenodigde bezoekers uit het afgespannen gebied weg te houden. Hoe tragisch ook, ondertussen was bij plaatselijke jeugd het park wel geliefd om in de vijvers te gaan zwemmen.
|
|
|
Hierboven een stafkaart die een idee van het terrein geeft anno 1948. Je ziet er duidelijk de eerder gemelde wal rond het terrein. De luchtfoto daaronder (Foto: Replica) van hetzelfde gebied dateert van 1952. Er is nog totaal geen sprake van enige industriezone in dit gebied.
Het munitiepark anno 1951 - 1956
Op aanslepende vraag van de gemeente Wetteren start op 2 juli 1951 een grootschalige opruimingsactie in het vroegere munitiepark. Hiervoor wordt een apart team van ontmijners van DOVO letterlijk enkele jaren vast te werk gesteld om de site te Kwatrecht zoveel mogelijk opgeruimd te krijgen. De meeste ontmijners komen alle dagen speciaal uit West-Vlaanderen om hier hun dagtaak te vervullen.
Hieronder alvast enkele beelden van hoe het park er tijdens de werken kwam uit te zien. Geleidelijk aan werd de gevonden munitie gesorteerd en ter plaatse gesorteerd naar type. Explosieve munitie werd meestal ter plaatse samengebracht en geconditioneerd op vooraf doorgegeven tijdstippen tot ontploffing gebracht.
|
|
|
|
|
|
|
|
Bovenstaande foto's zijn allen foto's van tijdens de opruimingswerken. Men ziet er hoe de bommen gesorteerd gestapeld liggen wachten op vernietiging of afvoer. Bij een aantal foto's valt ook de aanwezigheid van dit oude smalspoortje nog op over het toenmalige terrein. Weinig waarschijnlijk dat het nog gebruikt is tijdens de werken. Gezien de ontmijners in het algemeen uit West-Vlaanderen kwamen, waren er wel interne grapjes terug te vinden. Zo draagt de bovenste foto een herkenningsbordje waarbij deze stapelplaats in het 11 hectaren grote bos de Oostendestraat werd genoemd. (Foto's: Collectie Daniël De Mol) |
|
|
|
|
Bovenstaande foto's geven dan op hun beurt toch een mooi beeld van welke gigantische werken men op dit terrein heeft uitgevoerd. Men mag toch ook niet vergeten dat deze mensen hier nog altijd bezig waren met explosieven en alles veiligheidshalve (zeker in die tijd) nog manueel gebeurde met schoppen, spades, bijlen,... Ook mocht zwaarder tuig niet omwille van de te grote risico's. Merk zelfs eens op hoe diep men hier met de hand zit te graven. Dit zijn kuilen waar mensen volledig in kunnen staan en men ze nog nauwelijks ziet staan. (Foto's: Collectie Daniël De Mol) |
Bovenstaande foto's geven gelijkaardige stapels munitie in de ondergesneeuwde bossen. De massa's munitie die hier uit de ondergrond gehaald worden, blijven verbazen. (Foto's: Collectie Daniël De Mol) |
|
|
|
|
|
|
|
Bovenstaande foto's geven een beeld over hoe de bommen letterlijk nog in de grond zitten. Deze foto's zijn ongelukkig wel alle genomen in de winterperiode waardoor ze niet altijd even goed tot hun recht komen. Toch valt het op dat de bommen soms amper 30 cm onder het maaiveld in de grond gestapeld, begraven zijn. (Foto's: Collectie Daniël De Mol)
De hoeveelheid munitie die hier is bovengehaald is letterlijk hallucinant. Dit zijn gekende getallen zoals in het Wetters gemeente-archief terug te vinden:
In 1951 en 1952 samen werden hier 354,344 ton munitie bovengehaald. Dit kon nog eens opgedeeld worden in 665 kg bommen, 338,469 ton obussen en nog nog 26.210 kg gasobussen.
In 1952 werd ongeveer 22,5535 ton explosieven ter plaatse op het terrein tot explosie gebracht door middel van geconditioneerde explosies (zie lager). 342,097 ton werd afgevoerd naar de site van DOVO in Westrozebeke. Op 6 augustus 1952 zouden bij de verwerking van deze munitie uit Kwatrecht 2 soldaten ongelukkig daar om het leven komen.
In 1953 zou in het totaal nog eens 926,0155 ton munitie worden gevonden en verwerkt. Allicht ook door het eerder gemelde ongeluk in Westrozebeke, werd de munitie voortaan veel meer ter plaatse in Kwatrecht gecontroleerd tot ontploffen gebracht. In totaal wordt hiervan 560,6115 ton ter plaatse vernietigd. Dit omvatte 314 grote bommen voor een totaal gewicht van 29,380 ton, één Duitse intacte V1 bom met 1000 kg springstoffen en nog eens 472,1115 ton andere springtuigen. Nog 57,690 ton gasobussen werden afgevoerd.
De foto's hieronder (Collectie Daniël De Mol) geven een beeld van de gecontroleerde explosies van ter plaatse vernielde explosieven. Deze explosies gebeurden op veilige plaatsen op het terrein zelf op vooraf aangekondigde tijdstippen.
|
|
10/03/1953 - explosie van 1061,500 kilogram springstof. |
Links: 12/03/1953 - 1188 kilogram springstof - Rechts: 16/03/1953 - 575 kilogram springstof. |
Links: 14/04/1953 - 734,500 kilogram springstof - Rechts: 28/04/1953 - 661 kilogram springstof. |
|
|
Links: 5/05/1953 - 1308 kilogram springstof - Rechts: 7/05/1953 - 1428 kilogram springstof.
Het ontdoen van het terrein van de gekende en reeds vastgestelde aders met munitie wordt in de periode nadien nog opgedreven. Er worden in de periode nadien nog heel veel gasbommen gevonden en bovengehaald. Alle gasbommen die in die tijd werden gevonden werden bij aanwezigheid van voldoende materiaal (per 300 ton) in een latere fase gedumpt op zee (officiële term "verdrinking op zee).
De werken van DOVO zouden eindigen in 1956. In totaal zou er ongeveer 3500 ton springtuigen worden opgehaald en vernietigd. Van de 11 hectaren dat het basisterrein groot was (dus niet het ruime munitiepark dat ooit is gebruikt), is 7.6 hectare volledig gescreend en dus allicht vrij volledig ontdaan van tuigen. 1.5 hectaren is peilingsgewijs onderzocht en ontdaan waar toen tuigen werden gevonden (lees zeer onvolledig dus). De overige 3 hectaren is zelfs nooit gestart met ruimen.
Het mag dus een zekerheid wezen dat dit terrein nog massa's oude munitie bevat als u weet dat enkel het oude munitiepark van 11 hectaren werd ontdaan van munitie in de ondergrond. De overige aangevulde zones van de uitbreiding vanaf 1916 zijn dus nooit verder gescreend of nagekeken op aanwezigheid van munitie in de ondergrond. Het moet dus niet verbazen dat bij graafwerken in de directe omgeving, nog voortdurend opnieuw munitie bovenkomt.
Het munitiepark na het vertrek van Dovo - na 1956
Ondanks het vertrek van Dovo in 1956, mag het duidelijk zijn dat er nog systematisch tuigen opdoken. Jaarlijks werden er wel projectielen bovengehaald, zeker als er lokaal werken gebeurden gecombineerd met graafwerken. Indien het om losse "enkelvoudige" tuigen ging, werden deze meestal op kant gelegd en DOVO ingelicht om deze te komen ophalen. Bij grotere graafwerken stuitte men geregeld op nieuwe munitie-aders en dienden deze aders opnieuw apart door DOVO uitgehaald en vernietigd te worden.
Aanleg industriezone Neerhondert - 10 januari 1966
Op 10 januari 1966 wordt de goedkeuring gegeven voor de aanleg van een nieuwe industriezone te Kwatrecht. Het totale voorziene terrein hiervoor bedraagt 30 hectaren en omvat het volledige vroeger originele munitiepark van 11 hectaren.
|
|
Schets van het nieuwe industrieterrein. Tevens zie je er ook in het blauw omrand de grenzen van het originele 11 hectaren grote munitiepark.
Echter bij de aanleg van de nieuwe industriezone begint het springtuigenspelletje opnieuw. Zo kan de aannemer die de industriezone dient aan te leggen zich niet akkoord verklaren met het feit dat DOVO slechts wil komen assisteren als er munitie wordt gevonden. DOVO verklaart dat het niet hun taak is nu nog echt preventief op de site naar munitie te gaan zoeken. De aanleg van de industriezone loopt door deze problemen ontzettend grote vertragingen op. In 1970 kan toch opnieuw bekomen worden dat DOVO opnieuw permanent bij de werken aanwezig blijft. Deze situatie blijft ongeveer zo tot eind 1971.
Eenmaal de zone meer volgebouwd (en de bovenlaag verhard), verdwenen de problemen betreffende eventueel nog aanwezige tuigen in de ondergrond. De situatie dat deze opnieuw opduiken bij nieuwe graafwerken is nog altijd bestaande. Jaarlijks worden nog altijd wel nieuwe eerder nog niet gevonden tuigen teruggevonden maar de situatie blijkt in elk geval heden vrij goed onder controle. Er zijn geen ongeplande ontploffingen meer gemeld sinds de ruimingsaktie in de jaren 50.
|
|
Luchtfoto Industriezone Neerhondert te Kwatrecht. Foto vermoedelijk te dateren anno 1970. (Foto: Replica)
Toch zijn er In 2013 nog eens een aantal springtuigen opgehaald die aan de bermen van de Schelde tot ontploffing gebracht omdat vervoer te riskant was volgens de toen aanwezige ontmijners van DOVO.
Dit artikeltje stond op 17 oktober 2013 in de lokale streekkrant.
|
Dat deze zone nooit meer bommenvrij zal genoemd kunnen worden, mag bij deze duidelijk zijn.
Lokatie waar dit oude munitiepark zich bevindt: |
Op deze actuele luchtfoto Google Earth (anno 2014), werden de grenzen van het originele munitiepark aangebracht. Dit komt dus wel degelijk verder dan je zou vermoeden. Gelukkig is heel veel van dit terrein letterlijk onder een definitieve verharding komen te zitten.
Gelieve gezien het hier gaat om actieve en gevaarlijke explosieven, in deze buurt geen ondoordachte zaken uit te voeren en onnodige risico's te nemen om de nog aanwezige munitie te trachten bovenhalen. De munitie zit er inderdaad maar de er aangekoppelde risico's wegen niet op tegen wat u denkt er te kunnen vinden.
Rode draad voor het vertelde verhaal:
- Het Munitiepark in Kwatrecht - Rolande Van Heden / Jeroen Trio - Erfgoedpublicatie dienst Archief Wetteren - 2011.
|
|